Latijnse naam: | Oecophylla smaragdina | |
Triviale naam: | Groene boommier | |
Taxonomie: | Subfamilie: Formicinae Stam: Oecophyllini | |
Houden van niveau: | (2) hogere eisen stellen aan klimaat en ontsnappingspreventie | |
Distributie: | Noord tot Noordoost Australië | |
Gewoonte: | tropisch regenwoud | |
Kolonievorm: | polygyne | |
Koningin: | Maat: 20 - 22mm Kleur: geelgroen tot groen, volumineus borststuk | |
Arbeider: | Maat: 8 - 12mm Kleur: Kop en gaster groen tot groenbruin, slank | |
Soldaat: | niet aanwezig | |
Mannen: | Maat: 7mm Kleur: bruinrood | |
Nutrion: | honingwater, insecten zoals krekels, huisvliegen ook fruit bv. Druiven | |
Luchtvochtigheid: | Arena: 50 – 70% Nestpart: 70 – 90% | |
Temperatuur: | Arena: 21 - 30°C Nestpart: 24 - 28°C | |
Winterslaap: | geen | |
Nestvorm: | Zijderupsen in het bladerdak van hun waardplant | |
Soort Formicaria: | Bassin, Framebasin, Eiland, Acrylcylinder | |
Formicaria grootte: | Maat: L - XL afhankelijk van de gekozen waardplant | |
Substraat: | Boerderij: – Arena: Zandleem, Humus geschikt voor Hostplant | |
Aan het planten: | vergelijkbaar met tropisch woud met mos en b.v. geldboom (Pachira aquatica), treurvijg (Ficus benjamini), koffie (Coffea arabica), citrusplant (Citrus spec.) | |
Decoratie: | Takken, kurk, mos | |
Beschrijving: | Deze miersoort leeft in het bladerdak van verschillende Planten. Daar bouwen ze nesten met de zijde van de larven. De werksters bouwen vaak lange kettingen tussen de bladeren en "weven" met de zijde. Door de doorluchting van de bladeren is er altijd de juiste temperatuur in het nest. Oecophylla is zeer agressief en verdedigt zijn territorium tegen elke indringer. In Azië werden ze honderden jaren gebruikt als biologisch middel. Ze zoeken in de boom en op de grond. Samen met de bladsnijders vertonen ze een van de meest complexe communicatiesystemen van alle sociale insecten. Het bestaat uit feromonen, tactiele en optische communicatie. Bij gebrek aan voedsel of andere onaangepaste omstandigheden proberen ze vaak te ontsnappen. Grote kolonies met honderden beten en mierenzuur kunnen ook grote indringers verdedigen (Keeper). | |
Ontwikkeling: | paringsvlucht: – stichtend: claustraal colonysize: een paar honderdduizend arbeiders |
|
Hoeveelheid: | een bevruchte koningin met werksters (zie selectie); broedsel (afhankelijk van het seizoen en de ontwikkeling) | |
Weblinks: | - Forum |
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.