Latijnse naam: | Meranoplus bicolor | |
Triviale naam: | – | |
Taxonomie: | Subfamilie: Myrmicinae Stam: Meranoplini | |
Houden van niveau: | (2) hogere eisen stellen aan klimaat en ontsnappingspreventie | |
Distributie: | Zuidoost-Azië | |
Habitat: | geeft de voorkeur aan halfdroge en natte bossen | |
Kolonievorm: | monogyne | |
Koningin: | Maat: 8 - 9mm Kleur: Kop en borststuk zwart, borststuk roodbruin | |
Arbeider: | Maat: 3- 5mm Kleur: Kop en borststuk zwart, borststuk roodbruin | |
Soldaat: | niet aanwezig | |
Mannen: | Maat: – Kleur: – | |
Voeding | Honingwater, Insecten b.v. Dipteranen zoals Vliegen of Muggen, granen | |
Luchtvochtigheid: | Arena: 30 – 50% Nestpart: 50 – 70% | |
Temperatuur: | Arena: 21 - 28°C Nestpart: 24 - 28°C | |
Winterslaap: | geen | |
Nestvorm: | Bouwen hun nest in de grond ook in verrot hout | |
Soort Formicaria: | Boerderij, Boerderijbekken, Bassin, Framebekken, Eiland, Acrylcylinder, Acrylflatformicaria, Ytong/Plasternest | |
Formicaria grootte: | Maat: S - M | |
Substraat: | Boerderij: Zand-Loem, Kurk Arena: Zand, Zand-Loam | |
Aan het planten: | vergelijkbaar met bosgebieden met mos, gras en andere planten | |
Decoratie: | Takken, wortels, treeneedels, bladafval | |
Beschrijving: | Een kleine mier die een doeltreffend afweermiddel gebruikt tegen andere tegenstanders. Ze zijn zeer traag in hun beweging, zelfs als ze gestoord worden. | |
Ontwikkeling: | paringsvlucht: stichtend: claustraal (zonder voeding) colonysize: tot 10.000 individuen |
|
Hoeveelheid: | een bevruchte koningin met werksters (zie selectie); broedsel (afhankelijk van het seizoen en de ontwikkeling) | |
Weblinks: | - Forum |
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.