Lat. Naam: | Leptothorax acervorum | |
Gebruikelijke naam: | – | |
Taxonomie: | Subfamilie: Myrmicinae Tribus: Formicoxenini | |
Op niveau blijven: | (1) geschikt voor beginners | |
Distributie: | in heel Europa, Siberië en Oost-Azië | |
Habitat: | schrale bossen, alleenstaande bomen | |
Kolonievorm: | monogyn, facultatief polygyn | |
Koningin: | Maat: 6,5 - 8,5mm Kleur: Kop en keel zwartachtig bruin, borststuk roodachtig bruin | |
Arbeider: | Maat: 3 - 4mm Kleur: Kop en keel zwartachtig bruin, borststuk roodachtig bruin | |
Soldaat: | niet aanwezig | |
Man: | Maat: 4 - 5mm Kleur: zwartbruin, poten en gaster bruin | |
Voedsel: | honingoplossing, suikeroplossing, insecten, b.v. vliegjes met paarvleugels, muggen, kleine krekels | |
Vochtigheid: | Arena: 30 – 50% Nestgebied: 50 – 60% | |
Temperatuur: | Arena: 18 - 28°C Nestgebied: 21- 24°C | |
Winterslaap: | ja, van eind oktober tot eind maart bij 5 - 8°C | |
Type nest: | onder schors, dood hout, omgevallen boomstammen | |
Formicarium type: | ||
Formicarium grootte: | Maat: S | |
Substraat: | Boerderij: Kurk, zachthout Arena: Zand-leem | |
Aan het planten: | niet nodig | |
Decoratie: | Takken, wortels, naalden, eikels | |
Beschrijving: | Leptothorax acervorum is een kleine, niet-agressieve mierensoort die in veel geschikte habitats voorkomt. Het is een belangrijke gastheersoort voor de slavenhoudermier Harpagoxenus sublaevis, alsmede voor drie werkloze Leptothorax-soorten Leptothorax goesswaldi, Leptothorax kutteri en Leptothorax pacis. Door hun niet-agressieve aard zijn zij zeer geschikt voor socialisatie met andere soorten. | |
Ontwikkeling: | Nuptial Flight: van juni tot begin september Stichting: gebeurt claustraal (zonder voeding) maar pleometrosis of adoptie zijn ook mogelijk. Koloniegrootte: zelden tot 100 werknemers |
|
Hoeveelheid: | een gedekte koningin en werksters (zie selectie); broedsel (varieert naar gelang van het seizoen en de ontwikkeling) | |
Weblinks: | - Forum |
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.