Het richtingsgevoel van mieren begrijpen
Nieuwe inzichten uit onderzoek
Onderzoekers geloofden ooit dat mieren alleen konden navigeren door dezelfde herkenningspunten op vaste posities te volgen, een concept dat bekend staat als Egocentric Spatial Processing. Maar wat betekent dit precies? De term "ego" is afgeleid van het Griekse woord voor "ik" en "centrisch" verwijst naar het centrum van de voorstelling. Eenvoudiger gezegd, men dacht dat mieren hun omgeving alleen vanuit één gezichtspunt konden herkennen.
Ga maar na: als een mier zijwaarts of ondersteboven zou lopen, zou hij schijnbaar de weg kwijtraken. Dit bracht wetenschappers ertoe om de rol van feromonen in mierennavigatie te benadrukken, omdat mieren voor hun beweging sterk leken te vertrouwen op hun antennes (verwant aan hun reukzin).
Nieuwe inzichten uit onderzoek
Antoine WystrachUit onderzoek van Cataglyphis Velox mieren in de Spaanse woestijn bleek dat deze mieren tot opmerkelijke prestaties in navigatie in staat zijn. Ze kunnen hun pad onthouden en zelfs achteruit navigeren, waarbij ze bochten en obstakels in omgekeerde richting nemen. Dit betekent dat hun lichaam in de tegenovergestelde richting beweegt van het pad dat ze onthouden, vergelijkbaar met achteruit rijden - een uitdagende taak.
Dit vermogen blijkt voordelig te zijn wanneer een mier een zwaar voorwerp naar achteren moet trekken, het moet laten vallen om de omgeving te verkennen en dan moet terugkeren om het terug te halen. Dit toont aan dat mieren een uitstekend kortetermijngeheugen hebben, waardoor ze hun stappen kunnen onthouden en terugvinden.
Geavanceerde navigatietechnieken
In de loop der tijd hebben entomologen - specialisten in het bestuderen van insecten, afgeleid van het Griekse woord "entomon" - opgemerkt dat mieren misschien ook in staat zijn om hun stappen te tellen of licht te herkennen.
De aanwezigheid van ocellen, drie kleine oogjes op de koppen van gevleugelde mieren, dient als verder bewijs voor het vermogen van een mier om zich te oriënteren op basis van licht. Deze ocellen werken ongeveer als een kompas, geven de positie van de zon aan en bevestigen dat de hersenen van mieren zijn ingesteld om licht als navigatiebaken te gebruiken.
Complexe wezens, geen simpele robots
Wat dit onderzoek bijzonder verhelderend maakt, is de realisatie dat mieren veel complexer zijn dan eerder werd aangenomen. Ze gebruiken meerdere hersengebieden om door hun wereld te navigeren, wat bewijst dat ze niet slechts simpele, hersenloze robots zijn, maar verfijnde en ingewikkelde wezens.
Bedankt dat je met ons meedoet aan deze verkenning van het opmerkelijke richtingsgevoel van mieren. Deel je gedachten in de commentaren en laat ons weten wat je eigen observaties zijn met mierenkolonies of in de natuur.